Aan het examen mag alleen worden deelgenomen op een fiets, die aan de wettelijke eisen voldoet. Dat betekent dat alle fietsen vóór het examen gecontroleerd en eventueel hersteld moeten worden, om teleurstellingen bij de start van het examen te voorkomen.
Die controle kunt u het beste doen aan de hand van het Fietscontroleformulier.
Communiceer met de ouders wie de controle van de fiets gaat doen: dat kan klassikaal, maar het kan ook aan de ouders worden gevraagd. Let wel op: op een fiets, die niet aan de wettelijke eisen voldoet mag niet aan het examen worden deelgenomen!
Als de controle op school plaatsvindt zijn er meerdere methoden om dat te doen. Een mogelijkheid is om alle leerlingen naar hun fiets te laten gaan, deze naast elkaar te laten opstellen, en iedere leerling moet de fiets links van hem/haar controleren (dus niet de eigen fiets). Vervolgens noemt iemand de controlepunten 1 voor 1 op, zodat ze gecontroleerd kunnen worden. Deze methode is de snelste methode: de kinderen kunnen binnen 10 minuten weer in de klas zitten.
Een andere methode is 2 of 3 kinderen instructies te geven om de controle te houden. Vervolgens roept ieder van de ‘controleurs’ steeds een leerling met de fiets bij zich en loopt de controleur het formulier door.
Verder bestaan (mobiele) fietsenmakers, die de fietsen onder schooltijd komen controleren, voorzien van een lijstje met mankementen en ook een reparatiebedrag vermelden. De kinderen kunnen dan thuis het lijstje laten zien, en als de kinderen toestemming krijgen, kan dit aan de fietsenmaker worden doorgegeven, die een paar dagen later alle fietsen komt repareren. Met de fietsenmaker moet wel afgesproken worden, dat het uitsluitend om de wettelijke toestand van de fiets gaat. Veel fietsenmakers zullen ook cosmetische reparaties vermelden, maar die zijn mogelijk niet noodzakelijk voor het examen.